Camping life: horseflies, wildkamperen, hippies en regen in de auto

4 maart 2018 - Coffs Harbour, Australië

Inmiddels zijn we een week en een berg nieuwe avonturen later, en wanneer ik ‘s avonds in mijn slaapzak lig te schrijven kost het me enige moeite om de herinneringen in juiste volgorde boven te halen. De voorbije dagen, uren en minuten lijken in elkaar over te vloeien. We zijn ons onbewust van de datum en vragen elkaar dagelijks welke dag van de week het ook alweer is. Het leven aan het thuisfront gaat door zoals altijd, en alleen als ik mijn ouders of Robin aan de telefoon heb word ik herinnerd aan de gebruikelijke Nederlandse werkweek. Het voelt heerlijk om me even los te maken van dat ritme en het gevoel voor tijd volledig bijster te zijn. Voor de blog is het natuurlijk niet handig om tijd helemaal los te laten, dus af en toe kruip ik in de pen en probeer ik er weer een logisch geheel van te breien. Dus hierbij het vervolg op onze reis:

Na het hiken in de Blue Mountains besloten we met iets meer tempo door te rijden naar het noorden. We hadden immers nog 3381 kilometer af te leggen naar Cairns. Onze volgende stop lag mooi op de route: Seal Rocks. Het was geen toeristische trekpleister en eigenlijk was er buiten een prachtig strand niet veel te beleven, maar het voelde als een paradijsje. We reden onze 4WD over de zandweg die leidde naar Treachery Camp, en parkeerden onze auto recht achter de duinen. Daarachter lag een verlaten strand, en we doken natuurlijk direct het water in! Met grote honger keerden we terug om te beginnen met koken. Het gehakt lag twee minuten in de pan toen we ongenode gasten kregen. Een groep dikke steekvliegen, in Australië horseflies genoemd, kwam op de lekkere geur af. Horseflies kunnen lelijk steken, en we renden gillend rondjes terwijl de vliegen zenuwachtig brommend om onze hoofden heen cirkelden en op onze benen gingen zitten. Verderop keken een stelletje en een surfdude ons grinnikend na. Ik besloot dat ik me niet ging laten wegjagen door een stel stomme insecten en schoot in een lange broek en trui, waarna ik gelukkig het eten af kon maken. Helaas hield dat de viezerikken niet tegen en uit verweer maakte ik mijn eerste kampvuurtje à la Expeditie Robinson, in de hoop dat dat ze op afstand zou houden. Helaas hielp ook dat helemaal niets en leek het na 10 minuten meer op een indiaans rooksignaal. We hebben de pasta koud opgegeten en zijn de auto ingedoken. Eerste kennismaking met horseflies: check.

De tweede dag in Seal Rocks begon helaas met regen, dus we besloten door te rijden naar Coff’s Harbour. Dit plaatsje staat bekend als vakantiebestemming en is omringd door national parks. Bij binnenkomst in de stad lijkt het wat op een vallei, want prachtige donkergroene heuvels omringen de pittoreske huisjes en winkeltjes. Het begon al behoorlijk donker te worden toen we aankwamen, dus we gingen direct op zoek naar een slaapplaats. We zochten tevergeefs naar een camping en Lisa herinnerde me eraan dat het in Australië wèl toegestaan is om in national parks te slapen. Dus we zochten het dichtstbijzijnde park op (Ulidara National Park) en lieten de navigatie ons erheen leiden. Helaas waren we wel in het bos, maar nog niet in het park toen het pikkedonker werd en begon te regenen. Na kort overleg reden we via een klein zandweggetje diep het bos in, en parkeerden de auto naast een kleine wei met paarden. Hier gingen we dan maar slapen. Na een korte inspectie rondom de auto gingen we in bed liggen, in de hoop dat er geen gevaarlijke beesten zouden komen kijken midden in de nacht. Het was inmiddels gaan stortregenen en door de druppels op het dak begon helaas ook mijn blaas signalen te geven. Buiten klonk een kakofonie aan geluiden die ik niet kon thuisbrengen (Krekels? Slangen? Dodelijke spinnen?) dus no way dat ik naar buiten ging! Dan maar ophouden. Toen ik eindelijk sliep droomde ik over een boze politieagent die op ons raam klopte omdat we illegaal geparkeerd stonden, en daarna over een beer die zijn klauw door de autoruit slingerde om ons op te eten. Nee hoor, deze stoere chick was niet bang. Eerste keer illegaal in het bos slapen: check.

Op zoek naar meer zon, reden we de volgende dag door naar Byron Bay. Een vrij commercieel stadje aan de oostkust, maar net als veel andere backpackers waren ook wij gecharmeerd van de relaxte sfeer en gezellige surf barretjes. We konden weer een beetje opladen door een fijne dag op het strand, een dikke hamburger van Main Street Burger Bar en een super lekkere crêpe met banaan en chocola als toetje. ‘s Avonds speelden er diverse bandjes op straat en bij een van de zangers zat zelfs een heel publiek op de straat te luisteren. Hier en daar verkochten kunstenaars hun spulletjes op kleine tafels naast de weg. Ertussendoor liepen hippies en surfers onderweg naar de vele barretjes. Zo gezellig!

Surfen in Byron zat er helaas niet in: de regen kwam ons achterna. We hoorden in Byron dat de ongebruikelijke hoeveelheid regen werd veroorzaakt door een cycloon bij Nieuw Zeeland. Er kwam daardoor nog meer regen onze kant op. Na twee dagen Byron leek het ons leuk om watervallen te bekijken: als het dan zou regenen zou dat niet zo erg zijn. Dus op advies van wat locals en backpackers die we ontmoet hadden in Byron, reden we naar Springbrook National Park.

Ongeveer 10 minuten van de eindbestemming verscheen er een bordje aan de linkerkant van de weg met daarop “road subject to flooding”. Het regende behoorlijk en het water stond dichtbij de rand van de weg. Nog even en we zouden niet meer weg kunnen. We reden over de brug en keerden daarna de auto: opgesloten zitten in de jungle door een overstroming leek ons geen goed plan. Ook stonden we voor een nieuwe verrassing: de regen begon langs de rubbers bij de ramen in de auto te lekken! Straaltjes water kwamen van onder het dashboard en maakten plasjes water bij onze voeten. Het laatste wat ik verwachtte van mijn reis naar Australië was dat het zou regenen in de auto!

We schuilden onder de overkapping bij een van de omliggende huizen. De regen kletterde met noodgang van de overkapping: nu hadden we tóch watervallen gezien!
Gelukkig konden we er de lol wel van inzien en we zaten dan ook lachend de ramen dicht te plakken met ductape toen de eigenaar van het huis kwam aanrijden. De grijze man van rond de 60 droeg een petje en keek ons wat achterdochtig aan, maar na uitleg mochten we blijven staan. Hij ging in zijn werkplaats aan de slag en na een uurtje ramen dichtplakken vervolgden wij onze weg. We konden niet in de auto slapen door de binnen komende regen, dus we gooiden onze plannen om en vertrokken naar Brisbane!

Hierover binnenkort meer!

Cheers,
Sanne

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

3 Reacties

  1. Ilse:
    6 maart 2018
    Geweldig Sanne! X
  2. Ilse:
    6 maart 2018
    Wat een geweldig verhaal weer x
  3. Gerwine:
    16 maart 2018
    😍😍😍 super! Xxxx